Onregelmatige werkwoorden vormen een uitdaging voor veel taalleerders, zowel in het Russisch als in het Nederlands. In tegenstelling tot regelmatige werkwoorden, volgen onregelmatige werkwoorden geen vaste patronen voor vervoeging. Dit betekent dat de verschillende vormen (tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord, etc.) uit het hoofd geleerd moeten worden.
De reden voor het bestaan van onregelmatige werkwoorden ligt vaak in de historische ontwikkeling van de taal. Veel onregelmatige werkwoorden zijn overgebleven van oudere vormen van de taal, die in de loop der tijd zijn vereenvoudigd, maar de onregelmatige vervoegingen hebben behouden. Het is belangrijk om te onthouden dat onregelmatigheid niet per se 'fout' is, maar eerder een kenmerk van de taal.
Het leren van onregelmatige werkwoorden vereist oefening en herhaling. Er zijn verschillende strategieën die kunnen helpen, zoals het gebruik van flashcards, het maken van zinnen met de werkwoorden, en het oefenen met vervoegingsoefeningen. Het is ook nuttig om de werkwoorden in context te leren, bijvoorbeeld door ze te lezen in teksten of te horen in gesprekken.
Het beheersen van onregelmatige werkwoorden is essentieel voor het vloeiend spreken en schrijven van zowel het Nederlands als het Russisch.