grandelib.com logo GrandeLib it ITALIANO

Sport → Sport: Frasario

Ik speel elk weekend voetbal.
Gioco a calcio ogni fine settimana.
Ze traint voor een marathon.
Si sta allenando per una maratona.
Hij kijkt basketbal op tv.
Guarda il basket in TV.
Wij zwemmen graag in de zomer.
D'estate ci piace nuotare.
Ik leer tennissen.
Sto imparando a giocare a tennis.
Ze doet dagelijks aan yoga.
Pratica yoga ogni giorno.
Hij is een professioneel atleet.
È un atleta professionista.
Wij zijn lid geworden van een plaatselijke sportclub.
Ci siamo iscritti a un club sportivo locale.
Ik heb nieuwe hardloopschoenen nodig.
Ho bisogno di nuove scarpe da corsa.
Ze doet mee aan wielerwedstrijden.
Partecipa a gare ciclistiche.
Hij speelt volleybal met vrienden.
Gioca a pallavolo con gli amici.
Wij kijken live naar voetbalwedstrijden.
Guardiamo le partite di calcio in diretta.
Ik verbeter mijn zwemvaardigheden.
Sto migliorando le mie capacità natatorie.
Ze beoefent vechtsporten.
Pratica arti marziali.
Hij traint in de sportschool.
Si sta allenando in palestra.
Wij houden van buitensporten.
Ci piacciono le attività sportive all'aria aperta.
Ik werd lid van een lokale hardloopclub.
Mi sono iscritto a un club di corsa locale.
Ze leert snowboarden.
Sta imparando a fare snowboard.
Hij speelt tafeltennis op competitiebasis.
Gioca a ping-pong a livello agonistico.
Wij plannen een wandeltocht.
Stiamo programmando un'escursione.
Ik kijk online naar tennistoernooien.
Guardo i tornei di tennis online.
Ze houdt van badmintonnen.
Le piace giocare a badminton.
Hij oefent zijn golfswing.
Sta praticando lo swing del golf.
Wij nemen deel aan gemeenschappelijke sportevenementen.
Partecipiamo ad eventi sportivi della comunità.
Ik leer surfen.
Sto imparando a fare surf.
Ze gaat elke ochtend joggen.
Va a fare jogging ogni mattina.
In het weekend speelt hij cricket.
Gioca a cricket nei fine settimana.
Wij gaan samen naar sportwedstrijden.
Partecipiamo insieme alle competizioni sportive.
Ik kijk graag naar zwemwedstrijden.
Mi piace guardare le gare di nuoto.
Ze traint voor een triatlon.
Si allena per un triathlon.
Hij beoefent skateboarden.
Pratica lo skateboard.
Wij organiseren vriendschappelijke voetbalwedstrijden.
Organizziamo partite di calcio amichevoli.
Ik leer zelfverdedigingstechnieken.
Sto imparando tecniche di autodifesa.
Ze doet mee aan marathons.
Partecipa a maratone di corsa.
Hij fietst graag in het park.
Gli piace andare in bicicletta nel parco.
We zijn lid geworden van een lokale basketbalcompetitie.
Ci siamo iscritti a una lega di basket locale.
Ik verbeter mijn volleybalvaardigheden.
Sto migliorando le mie abilità nella pallavolo.
Ze doet aan pilates om fit te blijven.
Pratica pilates per tenersi in forma.
Hij traint voor gewichthefwedstrijden.
Si allena per le gare di sollevamento pesi.
Wij kijken live naar sportevenementen.
Guardiamo eventi sportivi in ​​diretta.
Ik heb een personal trainer nodig.
Ho bisogno di un personal trainer.
Ze houdt van rotsklimmen.
Le piace arrampicarsi sulle rocce.
In de winter speelt hij ijshockey.
D'inverno gioca a hockey sul ghiaccio.
In het weekend gaan wij kajakken.
Nei fine settimana andiamo in kayak.
Ik doe mee aan fitnessuitdagingen.
Partecipo a sfide di fitness.
Ze volgt aerobicslessen.
Frequenta corsi di aerobica.
Hij beoefent regelmatig boogschieten.
Pratica regolarmente il tiro con l'arco.
Wij beoefenen samen teamsporten.
Ci piace praticare sport di squadra insieme.
Ik bekijk voetbalhoogtepunten online.
Guardo i momenti salienti delle partite di calcio online.
Ze traint voor een wielerwedstrijd.
Si sta allenando per una gara ciclistica.