Každou neděli chodím do kostela.
Ik ga elke zondag naar de kerk.
Je zbožnou křesťankou.
Ze is een vroom christen.
Praktikuje buddhismus.
Hij beoefent het boeddhisme.
Slavíme náboženské svátky.
Wij vieren religieuze feestdagen.
Modlitba je důležitou součástí mého života.
Gebed is een belangrijk onderdeel van mijn leven.
Denně čte Korán.
Hij leest dagelijks de Koran.
Dodržuje Ramadán.
Zij viert de Ramadan.
Zapaluji svíčku pro své modlitby.
Ik steek een kaars aan voor mijn gebeden.
Každý pátek chodí do synagogy.
Hij gaat elke vrijdag naar de synagoge.
Věří v Boha.
Zij gelooft in God.
Společně se účastníme náboženského obřadu.
Wij gaan samen naar een religieuze dienst.
Dodržuje hinduistické tradice.
Hij volgt de Hindoeïstische tradities.
Je praktikující katoličkou.
Zij is praktiserend katholiek.
Medituji každé ráno.
Ik mediteer elke ochtend.
Studuje Bibli.
Hij bestudeert de Bijbel.
Dobrovolničí ve svém kostele.
Ze doet vrijwilligerswerk bij haar kerk.
Modlíme se před jídlem.
Wij bidden voor de maaltijd.
Nosí náboženský symbol.
Hij draagt een religieus symbool.
Během svátků se postí.
Ze vast tijdens heilige dagen.
Navštěvuji hodinu náboženství.
Ik volg een godsdienstles.
Věří v reinkarnaci.
Hij gelooft in reïncarnatie.
Účastní se náboženských rituálů.
Ze neemt deel aan religieuze rituelen.
V kostele zpíváme hymny.
Wij zingen psalmen in de kerk.
Studuje teologii.
Hij studeert theologie.
Učí v nedělní škole.
Ze geeft les op zondagsschool.
Navštěvuji svatyni.
Ik bezoek een heiligdom.
Dodržuje postní dobu.
Hij neemt de vastentijd in acht.
Věří v posmrtný život.
Ze gelooft in het hiernamaals.
Diskutujeme o náboženských tématech.
Wij bespreken religieuze onderwerpen.
Účastní se modlitebních setkání.
Hij woont gebedsbijeenkomsten bij.
Přispívá svému kostelu.
Ze doneert aan haar kerk.
Studuji náboženské texty.
Ik bestudeer religieuze teksten.
Vede bohoslužbu.
Hij leidt een eredienst.
Modlí se za svou rodinu.
Ze bidt voor haar familie.
Slavíme náboženské svátky.
Wij vieren religieuze feesten.
Nosí tradiční náboženské oblečení.
Hij draagt traditionele religieuze kleding.
Z náboženských důvodů dodržuje dietní omezení.
Ze houdt zich aan dieetvoorschriften om religieuze redenen.
Přemýšlím o duchovních záležitostech.
Ik denk na over spirituele zaken.
Je členem náboženské komunity.
Hij is lid van een religieuze gemeenschap.
Vyučuje náboženskou etiku.
Ze geeft les in religieuze ethiek.
Účastníme se náboženského průvodu.
Wij nemen deel aan een religieuze processie.
Studuje posvátná písma.
Hij bestudeert heilige geschriften.
Během modlitby zapaluje kadidlo.
Ze steekt wierook aan tijdens het gebed.
Hledám vedení od duchovního vůdce.
Ik zoek begeleiding van een spiritueel leider.
Pečlivě dodržuje svaté dny.
Hij neemt de heilige dagen nauwgezet in acht.
Účastní se náboženských cvičení.
Ze neemt deel aan religieuze retraites.
Zpíváme náboženské mantry.
Wij zingen religieuze mantra’s.
Věří v božský zásah.
Hij gelooft in goddelijke tussenkomst.
Studuje srovnávací religionistiku.
Zij studeert vergelijkende godsdienstwetenschap.
Útěchu nacházím ve víře.
Ik vind troost in het geloof.
ČESKÝ ▼